Roggel - 1 augustus 2020 - Ik eindigde mijn vorige column met de opmerking dat het goed gaat met de honingbij, maar helaas niet met de solitaire of wilde bij. ‘Wat is het verschil tussen deze twee en hoe komt het dan dat het alleen met de wilde bij slecht gaat?’ hoor ik je bijna denken. Het zit zo:
De honingbij wordt vertroeteld door ons imkers: we zorgen dat ze niet aangevreten kunnen worden door een soort teek (Varoa) en geven hen suikerwater, in plaats van de weggenomen honing, terug. Wanneer er te weinig volken zijn, dan maken we er wat volken bij. Hierbij maken we gebruik van een aantal geweldige, van nature aanwezige, eigenschappen van de bij zelf binnen de bijen-community. Een volk bestaat al snel uit ca 45.000 inwoners. Een tekort aan honingbijen zal dus niet zo snel ontstaan.
De wilde bij oftewel de solitaire bij heeft het een stuk moeilijker, want die wordt niet in de watten gelegd door ons imkers. Dat deze bij het zo moeilijk heeft, heeft verschillende oorzaken en is echt niet alleen de schuld van de boeren zoals vaak wordt gesuggereerd. De sleutel tot succes zit hem in de biodiversiteit, oftewel een veelheid aan verschillende bloemen. Bloemrijke bermen, die je gelukkig weer steeds vaker ziet, en bloemrijke tuinen met bijen- en vlinderlokkende planten zorgen er vanzelf voor dat het weer beter gaat met deze bij.
Steeds meer gemeenten houden er in hun maaibeleid rekening mee, maar op dit gebied valt nog veel te winnen! Gelukkig, en dat is een understatement, zijn de ‘betonnen tuinen’ weer uit de mode aan het raken en zie je weer steeds meer plantenborders met bloeiende bloemen in de voortuinen (en naar ik hoop ook in de achtertuinen, want dat kan ik natuurlijk niet zien...).
Enne, verbetering in de biodiversiteit is niet alleen goed voor de solitaire bijen. In Nederland kennen we zo’n 300 soorten zoals de metselbijen, behangersbijen, zandbijen, groefbijen en grote zijdebij om er maar een paar te noemen. Het is ook goed voor vlinders en hommels, want ook daar gaat het heel slecht mee. We helpen zo met z’n allen de balans in de natuur weer een beetje te herstellen.
Dus ik zou zeggen: op naar het tuincentrum en naar de afdeling bloeiende tuinplanten. Op de kaartjes staat bijna altijd wel vermeld of een plant bijen- en vlinderlokkend is. En dat zijn natuurlijk de planten die mijn zéér grote voorkeur hebben.
De bijen, hommels en vlinders zullen je dankbaar zijn…. en ik ook. Ron
Wil je wat meer informatie? Neem dan ook eens een kijkje op de websites roer-en-leudal.bijenhouders.nl en www.groenhartleudal.nl
Wilde/solitaire bij (stockfoto)
