Een Nederlands-Amerikaans onderzoeksteam heeft nieuwe kennis opgeleverd over het genetische risico om de ziekte van Alzheimer te ontwikkelen, zo meldt Stichting Alzheimer Nederland. Door dit onderzoek werden 29 plekken in het DNA ontdekt die bijdragen an het risico op de ziekte van Alzheimer. Negen van deze plekken waren nog nooit eerder gevonden. De onderzoekers zagen dat het risico op Alzheimer voor een groot deel wordt bepaald door microglia-cellen. Dit zijn cellen van het afweersysteem in de hersenen. Hoogleraar Danielle Posthuma van het VU in Amsterdam: 'Dit wijst erop dat we ons niet alleen moeten focussen op de zenuwcellen, maar ook vooral op deze immuuncellen.'
Het onderzoek is 7 januari 2019 gepubliceerd in het gerenommeerde Nature Genetics. De studie is de grootste genetische studie naar de ziekte van Alzheimer tot nu toe. Het onderzoek omvat genetische data van meer dan 455.000 personen.
De bevindingen wijzen erop dat zowel defecten in het immuunsysteem van het brein als eiwitten die een rol spelen bij de vethuishouding, bijdragen aan het risico om Alzheimer te ontwikkelen. De onderzoekers zagen dat het risico op Alzheimer voor een groot deel wordt bepaald door microglia-cellen. Dit zijn cellen van het afweersysteem in de hersenen.
Naast genen van het immuunsysteem, waren ook bepaalde genen belangrijk die betrokken zijn bij de vethuishouding. Eerder onderzoek liet al zien dat het gen ‘ApoE4’ het risico verhoogt op de ziekte van Alzheimer en dit gen speelt een rol bij de cholesterolhuishouding in de hersenen. De onderzoekers denken dat de veranderde vethuishouding wel eens verantwoordelijk kan zijn voor het aantasten van het afweersysteem en van de bloedvaten in de hersenen.
Het onderzoek werd uitgevoerd door onderzoekers in Boston en Nederlandse onderzoekers van het VU Amsterdam en het Alzheimercentrum Amsterdam.
Meer informatie? Zie www.alzheimernederland.nl