img

DeltaLimburg.nl

Hèt informatieve (nieuws)platform voor Midden-Limburg.

24-5-2023 13:49

Ron - de bever (castor fiber)

Roggel/Valkenburg - 24 mei 2023 - Een week geleden liep ik langs de Geul, om precies te zijn tussen het stukje waar de Geul, kleine Geul heet en de Molentak van de Geulemermolen (anno 1234). Helaas is deze niet in haar oude staat hersteld. Een oplettend oog, mijn oogjes vallen inmiddels daar ook onder, zagen de beruchte witte afgeknaagd “speerpuntjes” uit de grond steken. Ik zei tegen mijn vrouw; hier is die van “jippiejajee” ook bezig geweest. Ze trok haar schouders op en keek mij verbaasd aan. Die van Hornbach! Ooh de Bever, zei ze. Lachend liepen we verder.

Afgelopen zaterdag konden we voor het eerst sinds lange tijd weer eens samen wandelen in ons vertrouwde Leudal. We besloten om rond het Bezoekerscentrum de www-route te volgen. Op zich een hele mooie wandeling. Gaandeweg zagen wij langs de Leubeek dat er hier en daar wat vreemde open plekken in het bos waren ontstaan. Toen we beter gingen kijken, bleek er een waar “kapfestijn” te zijn geweest. Het leek wel of dit een stageplek was geweest voor een stelletje beginnend aspirant-hoveniers. Dat ze het bos waren ingestuurd voor een spoedcursus boompjes hakken en ze ook nog waren losgelaten, zonder verdere uitleg of enig besef van een plan van aanpak. Bomen liggen in alle richtingen. Zelfs bomen die totaal niet in de directe buurt van de beek stonden, liggen op hun zijde.

Ooit vertelde mij iemand dat jeugdige bevers in de schoolbankjes geleerd krijgen om met beverberekeningen, rekening houdend met windrichting, de windsnelheid, hoogteverschillen in het landschap, valhoek etc etc., een boom precies zo te kunnen laten omvallen dat de sappige jonge stengels met blaadjes in de beek vallen. Het zou me niet verbazen dat de leerlingen op de beverschool, tijdens de wiskunde- en natuurkunde lessen de begrippen; sinus, cosinus, tangens en zelfs het verschil tussen kinetisch en potentiële energie uitgelegd krijgen, zodat ze op latere leeftijd onbekommerd en zonder veiligheidshelm (met een EN 397-norm keurmerk) kunnen rondlopen wanneer ze bomen staan te “kappen”. Van dit alles was hier dus geen sprake.

Begrijp me goed, ik heb niets tegen de aanwezigheid van de bever. De bever is het grootste knaagdier van Nederland. In 1750 waren ze in ons Limburgse land volledig “opgeruimd”. Dit was niet alleen maar door een enge ziekte of zo. Oh nee! Daar waren wij “katholieken” mede schuldig aan. Ons werd verteld dat “om het geloof” op vrijdag geen vlees gegeten mocht worden. Door de platte geschubde staart was het een makkie om de gelovigen onder ons ervan te overtuigen dat de bever een visachtige was en dat deze wél gegeten mocht worden. De jacht op deze prachtige “behaarde vissen” was gelegaliseerd, door toedoen van de kerk! Daarnaast hadden een aantal “gekkies” bedacht of beter gezegd, ze waren er heilig van overtuigd, dat het castoreum (bevergeil) wat afgescheiden wordt door de anaalklieren van de bever, een geneeskrachtige werking had. Ook dit zorgde voor een afname van de beverpopulatie. Castoreum werd ook verwerkt in parfums. Deze naar muskus ruikende stof gebruikt de bever voor het afbakenen van zijn territorium. Is dat niet raar? Zij gebruiken het om anderen bevers “te verjagen” of te waarschuwen. Wij gebruiken het om ons zelf “aantrekkelijker” voor anderen te maken?!

Om even door te borduren op hoe “gek” we eigenlijk zijn. Wist je dat de dure parfums ook Ambergris (amber) kunnen bevatten. Amber wordt verkregen uit een soort braaksel van de potvis. Je kan dit met veel geluk op het strand vinden. Amber is echt kostbaar goedje! Maar ook de Afrikaanse Civetkat is het haasje. Civeton, wat uit het achterste van deze kat komt, heeft een sterk ruikende geur. Die blijkbaar voor ons ook weer zeer aangenaam is. De uitwerpselen van de Klipdas, de Hyraceum is een stofje waar onze neusvleugels spontaan van gaan klapperen. Zelfs, jawel, Cannabis wordt verwerkt in meerdere parfums. Gelukkig worden sommige geurstoffen heden ten dagen ook synthetisch vervaardigd. Misschien een overweging waard wanneer je staat te twijfelen bij het aanschaffen van een flesje: Clive Christian, Baccarat, Channel, Hermès, Caron Poivre of Jean Patou. Het scheelt je snel een paar euries.

Op 18 oktober 2002 zijn er vijf bevers  afkomstig uit het Biosfeerreservaat Mittlere Elbe (voormalig Oost-Duitsland) geïntroduceerd in de Tungelroysebeek en twee paartjes in de Zelsterbeek. Dit gebeurde onder de projectnaam “Toekomst voor de Bever in Limburg”.  Zou de Vereniging voor Zoogdierkunde en Zoogdierbescherming er rekening mee hebben gehouden dat dit zo’n “succes” zou worden? Ik weet het niet.

Feit is wel dat zij zich inmiddels gemengd hebben met familieleden uit het noordelijker gelegen Biesbos en de zuidelijke “Waalse bosburgers”. De dames en heren hebben een partner uitgezocht bij hun “buurtjes”, hierdoor is hun genetische aanleg verfijnd en zo is een gezonde bloedlijn ontstaan. De “Leudalse” habitat voldoet aan al hun verwachtingen, voor hen is het hier een waar pretpark. Overal zie je speciale “beverglijbanen”, “beverwildwaterbanen”, zelfs langs de paden waar zij zich meermaals per dag voortbewegen lijkt het er op dat ze er een “Bever-Schnellimbiss” op na houden. Zeg maar ware een Efteling voor bevers.

Tel hierbij op dat er in de zomer een overvloed is aan sappige kruidachtige land- en waterplanten, de vele boombladeren die hier in overvloed tegen de hellingen staan. Ze schuwen ook onze landbouwgewassen niet, zoals bieten, mais en peen. ’s Winters eten ze voornamelijk heerlijke bast en twijgen en andere houtachtige gewassen. Zelfs de wortelstokken van lelies moeten het vaak ontgelden. Van de boomsoorten eten ze het liefste de zachte soorten zoals wilg en populier. De bevers weten ook wel raad met een, voor hen te dicht bij de waterkant staande, eik. Door al dit lekkers en het niet aanwezig zijn van een predator (zoals de wolf en vos) werpt moeders nu drie, vier en zelfs vijf jonkies met zo’n heerlijk scherp gebitje. Wist je dat je zo tegen eind januari of begin februari een verliefd koppel, heerlijk in het water, buik aan buik, kunt zien paren? Na een draagtijd van ruim 3 maanden komen de jonge “knagertjes”, bij ons in het Leudal, meestal rond mei, op de wereld.

Hoe heten jonge bevers eigenlijk?

Bevers tref je aan in het overgangsgebied tussen land en water, zoals in moerasachtige gebieden, beken, rivieren en meren. De oever moet het liefst voorzien zijn van een goede “omzoming” van het liefst (broek)bossen met wilg en populier.  Bevers bouwen niet altijd, zoals velen onder ons denken, een burcht. Het hangt af van de vorm en samenstelling van de oever. Is het een steilwand (kleiig) dan graaft hij een hol. Bij een lage oever, graaft hij een weg naar boven tot op het droge gedeelte, waar het dak afgedekt wordt met takken en modder. Voorin maakt hij een kamer waar hij zich heerlijk kan uitschudden. Dit noemen we dan ook de “natte kamer”. Daarachter bevind zich de “woonkamer”.  Hier spreken we dan over een burcht.

Ze houden er een territorium op na. In een gevarieerde omgeving kan dit variëren van ca. 100 meter tot wel 5 kilometer.

Na schatting komen er nu zo’n 30 tot 35 exemplaren voor in het Leudal. Zijn dit er niet wat erg veel voor een dergelijk klein natuur gebied? Ze bouwen dammen in beken en regelen hiermee de waterhuishouding in een gebied. De bever heeft het liefst een waterhoogte van 50 cm in zijn beek staan, want zo staat de ingang naar de burcht of hol dan onder water. Dit doen ze om bijvoorbeeld de vos geen toegang te verlenen om het hol te betreden, slim van de bevers, he? Wordt het waterpeil lager, dan bouwen de “techneuten” een dam. Voor ons lijkt het soms een opeenstapeling van willekeurig neer gegooide takken, maar geloof me, er zit een hele beverlogica achter het opmetselen van een dam. Hierdoor stijgt het waterpeil soms behoorlijk. Dit kan gevolg hebben voor de aanliggende landerijen, met de daarop staande gewassen, naast een beek. Soms met economische schade tot gevolg. Het goede aan deze “water-managende genieën” is dat ze zorgen voor diversiteit in het landschap. Ze houden op deze manier water vast. Wat zeker ook niet onbelangrijk is voor de drogere periodes in onze zomers.

Terugkomend op dat geknaag van onze vrolijke snuiter. Het gericht of ongericht om laten vallen van sommige “woudreuzen”, is dat dan erg? Zo op het eerste gezicht misschien wel. Wij houden meer van orde en netheid. Althans als je daar van mag spreken in een bos. Niets is minder waar. De open plekken die ontstaan geeft andere planten weer de gelegenheid  om tot wasdom te komen. Hier staan zeker ook zaailingen van de, door toedoen van de bever, tot robuust bouwmateriaal verworven bladeren dragende houterige sculpturen. Deze kunnen nu ook weer uitgroeien tot nieuwe bomen. Ook biedt de gevelde boom zelf weer jarenlang, totdat hij helemaal verpulverd is, de mogelijkheid tot temporaire huisvesting aan insecten en holen makende vogels. Zo zie je maar, niets gaat in de natuur verloren…. 

Jippiejajee! 

Tot een volgende keer…. Groet, Ron

Antwoord op de vraag, hoe heet een jonge bever?  (az-za) Yveviqlmt

Ron Van Pol, voorzitter van Groen Hart Leudal, heeft sinds juni 2020 zijn eigen column bij DeltaLimburg.nl. 

Foto Helian van Lier|DeltaLimburg.nl (bever aan het werk geweest in het Leudal)  
240523/HvL

Wellicht interessant