img

DeltaLimburg.nl

Hèt informatieve (nieuws)platform voor Midden-Limburg.

12-7-2024 11:15

Ron - van slag....

Heythuysen - 12 juli 2024 - Ja, ik ben van de slag. Nu hoor ik je denken, waar gaat dit in hemelsnaam over!? Nou, kort samengevat: wij wonen niet meer in onze oh zó vertrouwde habitat. Wij hebben onze vleugels gespreid en zijn in zuidwestelijke richting gevlogen. Ons onderkomen zal binnenkort met de grond gelijk gemaakt worden en ter plaatse zal het volgend jaar nieuwbouw verrijzen. De keuze voor een nieuw onderkomen werd vergemakkelijkt omdat in ons dorp de buurtsuper JL plots stopte en er een mega dure Picea voor in de plaatst kwam. 

Tijdens het wandelen kwam ik al mijmerend op het spreekwoord: “Van slag zijn”.

Maar aan dat woord “slag” hangen potverdrie een scala aan “slagzinnen” vast. Denk maar eens aan: “Z’n slag slaan”, “Zonder slag of stoot”, “Op slag komen”, “Met de Franse slag”, “Een slag om de arm houden” of “Een slag van de molen hebben”. Dat zijn heel wat slagen!

Hoe kwam ik hierop?

Eigenlijk stond ik even stil bij de Ursulamolen die wordt gevoed door de Leubeek. Het rad dat alsmaar draait, laat het water altijd klateren. Ik vind dit zelf erg rustgevend en kan hier minutenlang over de balustrade heen hangend mijn gedachten laten gaan. Toen ik mij omdraaide en naar de daartegenover gelegen fruitbomen keek, zag ik een vink zitten. Aan het verenkleed was te zien dat het een mannetje was. Nadat er een horde fietsers voorbij gereden was - nou ja fietsers, het waren meer semi-gemotoriseerde tweewielers met zo’n kolos van een accu verwerkt in de bagagedrager of frame waarop je zelf nauwelijks nog aan zweten toekomt - hoorde ik dat hij driftig zijn territorium aan het afbakenen was.

Het is eigenlijk een hele mooie felgekleurde vogel. Oranjerode borst en wangen (rosérood is misschien nog een betere benaming) met een blauwe zweem op zijn kop. Het lijkt soms net of hij een petje op heeft. De staartveren zijn, op de buitenste witte staartpennen na, zwart. Het meest opvallende kenmerk van de vink zijn de twee witte vleugelstrepen. De vrouwtjes zijn wat saaier. Het hele jaar zijn ze somber gekleurd, maar aan hun witte strepen in de vleugels zijn ze toch goed te herkennen.

Ah ja, nu begrijp ik het. De “vinkenslag”. Tuurlijk! Het gezang van het mannetje noemt men een “slag”. Het zingen heet slaan. Zo’n acht tot twaalf keer per minuut kun je dit horen. Wist je dat de vinken ook nog eens een eigen dialect hebben? Echt waar! Iedere vink heeft zijn eigen dialect en dat varieert echt van regio tot regio.

Het gezang van de mannetjes in onze regio (zeg maar gerust het gehele Leudal) eindigt zijn “slag” op wiet. Zou je bijvoorbeeld naar de Veluwe gaan dan zul je horen dat de slag niet eindigt op wiet maar bijvoorbeeld op wietju. Of in Noord-Nederland (Friesland en Groningen) op wrieth. Maf hè?! Tijdens het communiceren zouden zij dus langs elkaar door lallen! 

Wanneer je al wat langer door de natuur loopt, valt je misschien wel op dat de roep van het mannetje steeds minder te horen is. Althans voor mijn gevoel. Of dat te maken heeft met de toename van de predatoren? Het zou best kunnen. Het nest van de vink ligt vaker onder de loep van kauwtjes, eksters en gaaien. Het lijkt wel of deze de laatste jaren zijn toegenomen. In het Roggelse waar ik tot voor kort woonde, zaten die zwartgrijze vechtersbaasjes in heel wat nutteloze rookkanalen op daken van bergingen en schuurtjes te broeden. Ook zaten ze in grote getalen in bomen langs te Roggelsebeek in de avond te vergaderen. Wellicht werd hun dagelijkse vangst hier besproken in het beruchte visserslatijn.

Nu we het toch over de vink hebben. Heb je wel eens gehoord van een slavink?

Die naam is bedacht door de slager. Het is een rolletje gehakt met een dun laagje spek eromheen gedraaid en lijkt verdacht veel op een gebraden zangvogeltje (Slik).

Dan hebben we ook nog een “blinde vink”. Dit is een volgens kenners een nog oudere variant. Ook dit is ontstaan uit een culinair hersenspinsel dat bij een gebrek aan verse vinkjes, ja ze werden vroeger echt gegeten, voor de elite onder ons werd bereid. Het gaat hier om een rolletje kalfsgehakt met daaromheen een platgeslagen kalfslapje.

Hebben we nu alles gehad met de vink?

Er bestaat ook nog zoiets als een vinkenconcours. Dit is een manier van tijdverdrijf die in Zuid-Limburg en Belgisch-Limburg vaak voorkomt. Het heeft iets met onze gemeenschappelijke cultuur te maken. Deze vinkensport is ontstaan uit een vogelvangersgilde, die terug te herleiden is tot de Middeleeuwen. Om roofvogels te vangen, werden lokvogels ingezet. Je raadt het al. De vink! Hieruit ontstond de wedstrijd welke lokvogel het snelst kan zingen. De vinkenkooien worden op 2,40 meter van elkaar af geplaatst. Het zicht van de vinkenmannen wordt belemmerd door melkglas zodat zij ongestoord konden tetteren. Door de liefhebbers wordt dit kwinkelen, schuifelen of vedelen genoemd. Het mannetje dat de meeste slagen in één uur maakt, heeft gewonnen. Traditiegetrouw is de eerste wedstrijd op de tweede Paasdag. Is er kermis in het dorp, dan strijdt men op kermiszondag om de prestigieuze “wildzangbokaal”.

Zo, nu genoeg verteld over de vink, ik ga aan de slag met mijn volgende column!

Tot de volgende keer, Ron

Ron Van Pol, voorzitter van Groen Hart Leudal, heeft sinds juni 2020 zijn eigen column bij DeltaLimburg.nl. 

2e foto: Ron Van Pol, vink man
120724/HvL  

Wellicht interessant