Roggel - 3 augustus 2021 - Zoals ik in mijn vorige column al aankondigde, neem ik jullie deze keer mee op reis in het water. Dit is natuurlijk wel fictief, dus natte voeten of kleding ga je niet oplopen. Een beetje inbeelding is wel gewenst: We staan nog altijd bij het ven. Zoals al eerder verteld, wordt een ven alleen gevoed door regenwater. De hoogte of het niveau van de waterstand is sterk afhankelijk van de hoeveelheid regen en zonneschijn, maar óók de wind doet een duit in het zakje.
Door een briesje wind verdampt er ook water, daar hoeft de zon nog niet eens uren voor te schijnen.
Hoe minder water er in het ven komt te staan, hoe hoger de concentratie van opgeloste stoffen zal zijn. Dit heeft direct een gevolg op de verontreiniging.
Los gezien van het feit dat er om het ven een aantal “boobytraps” of “vlaaien” liggen. Deze zijn afkomstig van een aantal runderen die hier foerageren. Zij dartelen dwars door een ven en deponeren de restanten van hun opgenomen voeding linea recta in het ven. Dit komt niet ten goede van de voedselrijkdom. Deze zal dan toenemen, wat weer ten goede komt voor de groei van algen en dat willen we juist niet. Het dartelen van “onze evenhoevige vrienden” zal het water in het ven voor geruime tijd vertroebelen. Wat ook weer direct invloed heeft op het zuurstofgehalte van het water in het ven. Planten, algen en wieren die onder water leven en zuurstof producerende organismen krijgen het door een gebrek aan zonlicht hierdoor voor hun kiezen.
Wat betekent dit voor onze insecten? Om dit te begrijpen moet je even terug naar de levenscyclus van een insect. Ze beginnen allemaal bij de oorsprong, het ei.
Dat verhaal over de kip en het ei laten we los. Uit het ei ontstaat de larve, hierna komt het verpoppen en uiteindelijk ontstaat na deze gedaanteverandering een volwassen insect (het imago). Dit is de ontwikkeling van een insect in een “notendop” en ja, natuurlijk zijn hier uitzonderingen op. Een voorbeeld daarvan zijn de haften. In het larvale stadium zit de meeste vraat en groei, daarom ook de meeste vervellingen, want de huid van een insectenlarve moet steeds opnieuw aangemaakt worden, die groeit niet mee. Je spreekt bij veel insectensoorten die dergelijke vervellingen hebben ook over nymphen. In de regel worden dit “onvoltooide imago’s genoemd”. In dit stadium zijn bijvoorbeeld nog geen vleugelaanzet of vleugels te herkennen.
Een klein stukje anatomie:
Weet je dat elk insect uit drie onderdelen, zeg maar lichaamsdelen bestaat?
Dit zijn; kop, borst en achterlijf. Het insect heeft altijd drie paar poten heeft, welke allemaal aan het borststuk vast zitten. Elk insect heeft twee paar vleugels. Deze zie je niet altijd. Een goed voorbeeld daarvan zijn de kevers. Bij kevers bijvoorbeeld zijn de achterste twee vleugels geëvolueerd tot dekschilden waaronder achterlijf en het voorste paar bij rust verborgen zijn.
Of zoals bij vliegen en muggen, daar zie je maar één paar vleugels. Toch hadden ze twee paar. Bij de vliegen en muggen zijn de achterste twee vleugels gereduceerd tot een soort halters, die dienen tijdens de vlucht als een soort van evenwichtsorgaan.
Het is eigenlijk een tussenvorm tussen het larve stadium en de volwassen vorm. Bij libellen en waterjuffers is dit heel mooi te zien. Wist je trouwens dat zo’n larve heel lang onder water kan leven. Ik bedoel dat er soorten zijn die wel vijf jaar onder water kunnen leven. Dan plots kruipen ze langs een waterplant omhoog, klemmen zich vast aan een plantenstengel boven water. Blijven plots, zonder dat wij een reden kunnen bedenken, verstijft staan. Na een poosje barst de rug open en kruipt er een libel uit. Deze blijft nog even zitten want de vleugels moeten drogen, alle bloedvaten moeten vollopen en hop weg is de libel. Met als enige doel: paren. Eitjes leggen en de hele cyclus begint weer van voren af aan.
Dit larvale stadium is een heel interessante periode in het leven van het insect. Het vergt ook een geweldige aanpassing. Hoe haal je zuurstof uit water waar dit eigenlijk nauwelijks aanwezig is. Dit is het spel van de natuur. Zo zijn libellen, waterjuffers, schietmotten met de daarbij behorende larven de kokerjuffers, muggenlarven een prachtig voorbeeld. Zij zijn ware meesters in het ademhalen in water waar weinig zuurstof voorhanden is.
Een aantal jaar geleden ben ik tijdens de Nationale Slootjesdag, die jaarlijks door IVN georganiseerd wordt, bij het “Busjopven” in aanraking gekomen met een aantal enthousiaste medestanders. Na afloop zijn we gezellig gaan borrelen, bij een gelijknamig restaurant. Al snel kwamen we erachter dat er zich een hele aparte wereld onder water afspeelt. Wij hebben onderling afgesproken dat we met ons drietjes gingen verdiepen in deze materie.
Daar is de Macro Fauna Werkgroep Midden Limburg uit ontstaan. Een groep mensen die samen elke eerste dinsdag van de maand in de Panoramazaal van het Bezoekerscentrum te Haelen met microscopen opzoek gaan naar deze geweldig mooie “vormen” in de natuur.
Over hoe de “ware meesters” zuurstof opnemen, daar vertel ik meer over in mijn volgende Column.
Tot dan, Ron
Wil je een keer komen kijken, of ben je geïnteresseerd neem dan contact op met de Marco Fauna Werkgroep Midden Limburg via macrofaunawerkgroep@gmail.com.
Foto's Cees Koopman
030821/HvL