Roggel - 1 februari 2021- We wandelen vanaf de tweede Sterlocatie verder naar de derde Sterlocatie waar ik jullie meeneem terug in de tijd... Links passeren we een gebouw genaamd 'Leuhof'. Dit is een vakantiewoning die te huur is bij Staatsbosbeheer. Wanneer je met je gezin eens heerlijk in de natuur wilt vertoeven. Een aanrader! Het pad gaat lichtelijk bergop. We nemen het eerste weggetje naar rechts. Lees hieronder snel verder...
Nou weggetje, het is een behoorlijk breed en recht pad. Deze volgen we tot op een driesprong met een groot gat in de zijwand van het pad. Hier gaan we links tot we aan de drukke Roggelseweg komen. Dan slaan we rechtsaf en steken even verder over. We passeren achtervolgens de Elisabethsmolen en St.Elisabethshof. Bij het “vlonderpad of Elisabethpad” wat aan de overkant van de weg ligt. Er wordt wat ge-Elisabeth hier... Eigenlijk hangt hier in deze omgeving heel veel samen.
Klooster St. Elisabethsdal
Dit was een klooster van de reguliere kanunniken van Sint-Augustinus en werd ergens in de 13de eeuw gesticht. Volgens de legende door Diederik van Altena. Deze vrome was in 1211 op pelgrimstocht naar Santiago de Compestella. Zoals gewoonlijk gebeurt er dan iets ergs. Diederik werd zwaar ziek en verpleegd in het klooster Val des Choues bij Dijon (bekend van de mosterd!). Op grond van een gemaakte gelofte stichtte hij in 1240 het klooster. In de 17e eeuw werd in de “achtertuin” ook het pesthuisje gebouwd (1668) om de zieke kloosterlingen met pest te kunnen afzonderen.
Over het pesthuisje is nog iets aparts te vertellen. De naam pesthuisje is op zich raar wanneer je kijkt naar de jaren dat de pest heerste in Nederland (In de 14e eeuw) en de bouw van het pesthuisje 1668! Daar zit ruim 300 jaar tussen.
Pestepidemieën kwamen vaker voor. De grote epidemie in 1348 maakte de meeste slachtoffers. Maar daarvoor en daarna waren er ook pestgolven in West-Europa, meestal veroorzaakt door rondtrekkende legers. Of het zogenaamde pesthuisje bij Sint Elisabeth specifiek gebouwd is om pestlijders te verplegen, weet ik niet. In het archief van het klooster is hierover niets te vinden! Wat wel bekend is (zie bijgevoegde kaart) dat er in de achtertuin van het Dominicanenklooster in Sittard een soortgelijk huisje staat dat ook wordt vermeld als pesthuisje, letterlijk: infirmaria tempore pestis – verpleeghuis tijdens de pest. Of dit Sittards pesthuisje specifiek is gebouwd voor pestlijders weten we ook niet.
In het archief van het klooster Sint Elisabeth heb ik wel een aantekening gevonden uit 1635, waarin prior Hamakers vermeldt dat hij naar Roermond is gegaan om wijn te kopen om hiermee een drankje tegen de pest te maken. In 1635 heerste de pest als gevolg van rondtrekkende troepen. Voor wie het pestdrankje bedoeld was, schrijft Hamakers niet. Ook vermeldt hij niet of er een pesthuisje is of waar eventuele pestlijders in het klooster verpleegd worden. Het principe van quarantaine en afzondering als remedie tegen de pest was in de 17e eeuw bekend.
In 1627 werd in Roermond een geval van de pest geconstateerd en kregen de bewoners van het betreffende pand de verplichting om binnen te blijven. Ze mochten absoluut niks op straat gooien. Overtreding van deze maatregelen betekende dat het pand dichtgemetseld zou worden en de bewoners verbannen uit de stad. Alles bijeen genomen is het goed mogelijk dat het huisje in de tuin van Sint Elisabeth is gebouwd om zieken met een besmettelijke ziekte te verplegen op een afgezonderde plek. Misschien stond er eerst een ander huisje en is dit in 1682 gebouwd als vervanging. Ik denk niet dat men heel vaak besmettelijke zieken verpleegde in het klooster. Vermoedelijk is het huisje doorgaans gebruikt om materiaal in op te slaan of als oranjerie. En werd het gebruikt voor verpleging in het geval van een besmettelijke ziekte.
De vraag is een beetje of het een oranjerie is die af en toe als pesthuisje is gebruikt of een pesthuisje dat als oranjerie werd gebruikt. In ieder geval komt de naam pesthuisje in de volksmond voor. Of het ooit met dat doel is gebouwd of als zodanig heeft gefunctioneerd, is onbekend. Het zou kunnen, maar ik heb in het archief van Sint Elisabeth niks daarover kunnen vinden.
Later in 1796 werd het klooster door de Fransen opgeheven. Door de Franse revolutie was een zware slag toegediend aan de Katholieke kerk. Macht lag bij de republiek en niet bij de kerk met als gevolg dat er heel wat kloosters werden afgebroken. Zo ook dit klooster. De toren van de voormalige kloosterkapel is nog intact. Onder het complex valt ook “de kloosterhof” en het daarbij gelegen “bakhuisje”. Hier werd natuurlijk het nodige verbouwd, vee gehouden, allemaal ter goede van het klooster. Het bakhuisje werd gebruikt voor met name brood te bakken. Vuur werd niet gemaakt binnen het Hof.
Met bouwde destijds nog met voornamelijk houten bouwelementen en die branden goed. Verderop lag ook de watermolen. Beter bekend onder de naam Elisabethsmolen. De restanten ervan liggen pal naast het later gebouwde St, Elisabethshof.
Zoals je ziet, een heel complex met een rijke historie. De gebouwen, de periode van en de culturele ontwikkeling hangen hier allemaal samen. Het behoorde tot het Land van Horne en nog later tot het Prinsbisdom van Luik. Zo wilde het geschieden dat het in 1679 in bezit kwam van de proosten van de Abdij Keizerbosch. De cirkel is weer rond. Zoals aangegeven in mijn eerdere verhaal over de Zelsterbrug. Daar kwam dit ook al aan de orde.
De volgende keer gaan we nog verder terug in de tijd. Met speciale dank aan Paul Mols voor de achtergrondinformatie over het 'Pesthuisje'. Ron
Afbeelding: Dominicanenklooster in Sittard met dank aan: Dhr Paul Mols