Roggel - 1 maart 2021 - We wandelen vanaf de derde Sterlocatie verder naar de vierde Sterlocatie waar ik jullie wederom meeneem terug in de tijd... Grafveld Busjop. Maar daar zijn we nog niet... Wanneer we vanaf het Pesthuisje terug lopen en links afslaan bij de parkeermogelijkheid zien we de haagboog waar je heerlijk doorheen kunt slenteren. We vervolgen onze weg aan de hand van de op de kaart gemarkeerde aanduiding.
Vergeet niet te genieten van de prachtige uitzichten over de heide. Misschien zie je op een zonnige dag een hazelworm, hagedis, zandbij of zomaar de heidelibel langs scheren.
Aangekomen bij de grafheuvels staan we wat langer stil. Hier sta je dan midden tussen bouwsels van ca. 1100 tot 800 voor Chr. Zeg maar de late Bronstijd begin IJzertijd. Voor de goede orde; vóór 2009 lagen deze heuvels allemaal verstopt tussen bomen en andere bodembedekkers. Oorspronkelijk omvatte dit grafveld meer dan 50 heuvels verspreid over een oppervlak van 3 ha. Volgens ingewijden is het misschien wel nog groter geweest. Door de tijd heen hebben meerdere 'onderzoekers' hier huisgehouden. Archeologen kwamen er al snel achter dat deze 'onderzoekers' onvoorschillig te werk waren gegaan en waardevolle artefacten uit de heuvels hebben laten verdwijnen. Helaas.
De archeologen konden wel achterhalen uit welke periode de heuvels en urnen stammen. De heuvels herbergden urnen met de as van de gecremeerde, misschien wel die van onze verreweg staande, voorouders.
Over de naam van de Busjop is natuurlijk ook een en ander te vertellen. Waar komt deze naam vandaan? Uit een kadasterkaart van Heythuysen (1811-1832) blijkt dat de Busschopsweg van origine helemaal niet zo heette. Hij heette destijds Boschstraat. In het archief van de familie Wagemans komen verschillende aktes voor die betrekking hebben op “De Bisschop” in Heythuysen. In 1813 wordt deze naam pas voor het eerst genoemd. De naam kwam voor in het door het Vredesgerecht uitgesproken vonnis in de zaak Waegemans vs Vermeulen (1813), dat ging over grondrente gelegen in het bos genaamd “Bisschop”. In 1820 wordt het bos opnieuw genoemd in een advertentie van Waegemans zelf, over houtverkoop. Is Waegemans de naamgever van dit bos?
Maar het wordt leuker. “Den Bisschop” blijkt naast de naam van een bos ook nog de naam van een boerderijtje te zijn. Boerderijen kregen vroeger een naam. Dat was in die tijd een normaal gebruik. Dit gebeurde ook in een willekeur. Wanneer de boer trouwde, werd hun stulpje bezegeld met de naam Johannahoeve, vernoemd naar de naam van de boerin Johanna. Of als de ligging van de boerderij bepalend was, dan kreeg deze de naam “Ruimzicht” of “Aan het broek”. Ook schuwde men niet om Latijnse namen te gebruiken. Namen als Aurora of Carpe Diem zijn heel gebruikelijk. Natuurlijk werden ook de achternamen van de boeren gebruikt.
Trouwens, in die tijd waren achternamen nog niet lang in gebruik. Ene Lodewijk Napoleon Bonaparte liet op 18 november 1811, tijdens zijn kortstondig regeren alhier, officieel de achternamen van personen vastleggen. Daar heeft deze “aparte” voor gezorgd. Ja, voor die tijd hadden personen ook een achternaam, maar deze was niet geregistreed. Zo onstonden vaak de namen Willemszoon, Janszoon of Pietersen. Nu denk ik dat de boerderij “de Bisschop” ook vernoemd is naar een achternaam.
Waarom denk ik dat? In die periode kwam de achternaam Bisschops en Busschops hier in onze omgeving veelvuldig voor. De periode direct na 1800 was trouwens een hele woelige tijd voor ons Limburgers. Dat de meesten onder ons zich meer Limburger voelen dan Nederlander is eigenlijk niet zó gek. We hebben wat nationaliteiten gehad; dan weer behoorden we bij Oostenrijk, dan weer zaten we bij Frankrijk onderverdeeld, dan weer waren we eigendom van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Totdat de Belgen (Lees de Zuid-Nederlanders) in opstand kwamen. In 1830 brak de revolutie uit in “België”. Men was het beu om onder het bewind van de Hollanders te dienen. In geheel België brak de pleuris uit, de ene opstand na de andere. Alleen wij vromen bemoeiden ons nergens mee. Wij werden door de Belgen onder de vleugels genomen. Nu, ca 180 jaar geleden, werd door het ondertekenen van “het verdrag van Londen” de scheiding van Belgisch- en Nederlands Limburg een feit. De Belgen hebben lang gehoopt om ons toch nog in te lijven, dit speelde zelfs nog na de Eerste Wereldoorlog.
Wij hebben nog altijd het zelfde volkslied, Limburg mijn vaderland of ook wel “Waar in het bronsgroen eikenhout”. Dit prachtige lied heette aanvankelijk: "Limburg mijn vaderland”. Het is een gedicht geschreven door Gerard Krekelberg in 1909 en zou geïnspireerd zijn door de eikenbomen rond het kasteel Borgitter in Kessenich. Dit kasteel ligt op de oever van de Itterbeek op de grens met de dorpskom van het Nederlandse Neeritter. Nog iets... het valt mij op dat de leeuw in de Nederlands Limburgse vlag verdacht veel lijkt op de leeuw in de Belgische Limburgse vlag. Zou dit ook dezelfde zijn?
Oh ja, we waren bij de boerderij gebleven.
Voor de bouw van de boerderij droeg het bos al 9 jaar lang de naam Bisschop. Op oude tranchotkaarten is in 1820 geen boerderij ingetekend. De boerderij is uit 1822. Dit weten we door de vloer in de keuken van het huidige restaurant. In de oude keukenvloer is met afwijkende kiezels het jaartal 1822 ingelegd, ongetwijfeld het bouwjaar van de hoeve. Wat ook nog een leuk feit is, is dat de huidige naam van Restaurant “de Busjop” nergens eerder voorkomt vóór WOII. Deze naamsvermelding dateert dus uit later tijden. Wie zal het zeggen?
Nieuwsgierig geworden naar de grafheuvels? Neem eens een kijkje op de plankettes!
De volgende keer wandelen we naar……… een oud kasteel wat door een vervloeking, van een Bedelaar, werd verzwolgen...
Tot dan, Ron